Ir. architect Paul Felix
1964
In de jaren '60 worden in geheel Vlaanderen veel nieuwe kerkgebouwen opgetrokken in uitbreidingswijken. Felix koos voor een gebedsruimte zonder hellend dak, een volume met een gesloten sokkel met daarboven een glasstrook en een plat dak. De basisvorm blijft een geabstraheerde kruisvorm; een hoofdtoegang gericht op het altaar. Een tweede toegang, links aangebracht, staat in relatie met een doopkapel. Prefabricatie wordt een thema in de jaren '60. In de langsrichting zijn er vier grote prefab-liggers die in de gevel zichtbaar zijn. Op deze vier liggers zijn in de andere richting zeven dwarsbalken aangebracht en het dakvlak. Boven het altaar bracht Felix een extra lichtkoepel aan. Het rechter deel van de kerk is afsluitbaar en wordt nu gebruikt voor kinderopvang of voor gelegenheidsrecepties. De campanile bestaat uit twee lange vloerplaten met dubbele balken die vervolgens verticaal werden geplaatst.